- ander
- ander1{{/term}}〈bijvoeglijk naamwoord〉1 [de/het tweede, niet dezelfde] other ⇒ another2 [zich onderscheidend] different♦voorbeelden:1 mijn andere ik • my alter egoaan de andere kant • 〈anderzijds〉 on the other handeen andere keer misschien! • maybe some other timegeen andere keuze hebben dan … • have no option but …de andere sekse, het andere geslacht • the opposite sex(de) een of andere voorbijganger • some passer-bymet andere woorden • in other wordsop de één of andere manier/wijze • one way or anotherom de één of andere reden • for some reason, for one reason or another2 dat is andere koek • 〈iets anders〉 that's something else altogether; 〈beter, groter〉 that's more like itik ben nu een ander mens • I'm a different man/woman nowdat is een (ge)heel andere zaak/kwestie • that's quite a different matter, that's a different matter altogether————————ander2{{/term}}〈onbepaald voornaamwoord〉1 [persoon] another ⇒ 〈meervoud〉 others2 [zaak] another matter/thing ⇒ 〈meervoud〉 other matters/things♦voorbeelden:1 zeg het niet aan een ander • don't tell a soul/anyone elsede een of ander • somebody, someonesommigen wel, anderen niet • some do/are, some don't/aren'tde één na de ander • one after another, one by onewie? jij onder anderen! • who? you, for oneals geen ander • more than anybody elsede ene of de andere • (choose) one or the other2 (het) een en ander duidt erop dat … • all these things indicate that …je hebt het een en ander nodig om te … • you need a few things in order to …hij moet het een of ander vergeten zijn • he must have forgotten something or otheronder andere (o.a.) • among other things, including; 〈soms ook〉 e.g.of het één, of het ander! • 〈ook〉 you can't have it both ways————————ander3{{/term}}〈rangtelwoord〉1 next ⇒ other♦voorbeelden:1 om de andere dag • every other day, on alternative daysde andere week • (the) next week
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.